
REGIO – Een Rotterdamse moeder valt op nieuwjaarsdag op door haar rijdgedrag. Als ze bij een controle haar rijbewijs laat zien, roept dat vragen op bij de agenten. Is het document wel echt? En hoe heeft de vrouw het in handen gekregen? Voor de rechter vertelt ze hoe het zit.
“U had een Portugees rijbewijs voorhanden, terwijl u had kunnen weten dat het vals was.” De rechter laat er geen gras over groeien en zegt meteen in één zin waar het de komende drie kwartier in de Rotterdamse rechtbank over zal gaan. Dan schakelt de man in toga een versnelling terug. “Hoe gaat het met u? En hoe vindt u het om hier te zijn?” De vrouw in de rood, zwart en groene Afrikaanse blouse geeft zacht antwoord. “Het gaat goed. Maar ik ben heel zenuwachtig.”
“Vertel.. wat gebeurde er voordat u naar Portugal reisde?”, vraagt de rechter. “Ik wilde mijn rijbewijs halen”, zegt Stephanie*. “Maar het was heel moeilijk. Ik heb veel pogingen gedaan, maar ik slaagde niet. Ik had rijles in Rotterdam, ik weet nog hoe de rijschool heet. Toen stelde een vriendin aan me voor: ga naar Portugal om rijexamen te doen. Dat is goedkoper en makkelijker.”
De rechter wil vervolgens weten hoeveel Stephanie kwijt was aan haar pogingen om in Rotterdam te slagen. “Veertig lessen voor 35 euro per uur. Theorie-examen was 150 euro en de rijexamens ongeveer 300 euro.” Het wordt niet helemaal duidelijk hoe vaak Stephanie gezakt is in Nederland. Wel raakte ze na verloop van tijd compleet moedeloos. Daarom nam ze het vliegtuig, zegt ze. “In Portugal verbleef ik bij een vriendin en had ik verder geen kosten. Dertig rijlessen daar kostten driehonderd euro.” Daar kijkt de rechter van op. “Dat was dus een tientje per les?” Stephanie knikt.
Zigzaggen
De rechter schakelt nu weer een versnelling hoger. “In welk model auto reed u? En welke routes reed u? Hoe heette de rijschool? U heeft daar dertig uur rondgereden, wat heeft u allemaal gezien?” Het blijft even stil. “We reden over de wegen”, is de reactie van Stephanie. “Door een park en naar een winkelcentrum. Ik weet niet wat voor auto het was. Hij was blauw-zwart en voor de rijles zette de man een ‘L’ op het dak. Verder weet ik het niet meer. Het is al zo lang geleden allemaal.” Voor de buitenstaander blijft het toch een beetje hangen hoe dat Portugese rijavontuur nou precies verliep.
Wat wel zeker is, is dat Stephanie op nieuwjaarsdag bepaald niet in een rechte lijn door Rotterdam rijdt. Ze overschrijdt een doorgetrokken streep. En rijdt ook nog eens veel te langzaam. Achter haar rijden er agenten die de wagen zien zigzaggen. Ze laten Stephanie stoppen. Als ze om haar rijbewijs vragen, ruiken ze onraad. Ze zien met het blote oog dat er echtheidscertificaten missen. Stephanie moet mee naar het bureau en het rijbewijs gaat naar de Koninklijke Marechaussee. De deskundigen daar stellen vast dat het vals is. En zo belandt Stephanie uiteindelijk voor de rechter. “Mensen zonder rijbewijs, daar kunnen ongelukken van komen”, zegt die.
Het wordt duidelijk waarom de rechter eerder zo doorvroeg. “Het OM denkt dat u misschien helemaal geen rijlessen heeft gehad. Dat u misschien wel die bedragen heeft betaald en dat u daarvoor een rijbewijs hebt gehad. Het was ook nog eens niet echt. Als u nog eens heel goed nadenkt over wat er allemaal in Portugal is gebeurd, wilt u mij dan nog iets vertellen?” Stephanie denkt even na in stilte. “Nee.”
“Ik werd aangehouden toen ik mijn kinderen wegbracht”, legt Stephanie de situatie uit. “De oppas was verhuisd. Ik gebruikte mijn navigatie, maar mijn telefoon viel op de grond en die pakte ik. Toen week ik uit.” Ze bezweert dat ze het rijbewijs eerlijk heeft gehaald en daarvoor een maand in Portugal verbleef. Het nummer van haar vriendin in Portugal heeft ze niet meer. “Ik heb al meerdere keren een nieuwe telefoon gehad, omdat mijn kinderen er op zaten te rommelen.”
Ze moest haar rijinstructeur na alle lessen een pasfoto geven en een handtekening zetten op een formulier. Later kreeg ze van hem het rijbewijs. “Dat was zes of zeven jaar geleden”, zegt Stephanie. “Ze is in Nederland twee keer op haar rijbewijs gecontroleerd en toen was het allemaal goed”, zegt haar advocaat.

Het leven van Stephanie uit Rotterdam is niet altijd makkelijk, zo wordt verder duidelijk. “U heeft moeite met financiën, schulden bij de belastingdienst. U bent verder eerder aangeklaagd voor witwassen. Daarvoor heeft u een taakstraf gehad. Moet ik daaruit opmaken dat u dingen wil regelen zonder u aan de wet te houden?”, vraagt de rechter.
‘Ik ben geen slecht mens’
Stephanie – rustig en serieus – zegt: “Nee, dat was voor een vriend. Ik had geen idee wat hij precies wilde.” Stephanie blijkt eerder aan die vriend haar bankrekening ter beschikking te hebben gesteld voor het ontvangen van crimineel geld. “Zijn er ook dingen in uw leven die positief zijn?”, vraagt de rechter vervolgens. “Ik kan me ook voorstellen dat er dingen goed gaan.”
Stephanie kijkt de rechter aan, als ze via de tolk met hem praat. “Ik ben geen slecht mens. Ik ben vroedvrouw, alleen is de taal een probleem. Ik heb gewerkt. De zorg is mijn levenswerk.” De rechter knikt en zegt met vriendelijke stem: “Dat is goed om te horen. Ik moet wel zeggen dat er serieuze straffen staan op wat u wellicht gedaan heeft. Tot wel twee maanden gevangenisstraf.”
“Ik vind het een onwaarschijnlijk verhaal en ik geloof het ook niet”, zegt de officier van justitie tijdens haar eis. “Mevrouw weet niet meer hoe ze haar vriendin moeten bereiken. Ik acht bewezen dat ze wel degelijk wist dat het een vals rijbewijs was. Of dat ze in ieder geval een vermoeden had. Er worden gewoon bepaalde eisen gesteld aan het halen van een rijbewijs. Mevrouw heeft die willen omzeilen door naar Portugal te gaan.”
Omdat Stephanie kinderen heeft, hoeft ze wat betreft de aanklaagster niet de cel in. Wel eist ze ‘een forse taakstraf’ van honderd uur.
Stephanie gaat staan voor haar laatste woord. Ze huilt. “Het Openbaar Ministerie zegt dat ik geen goed karakter heb. Ik kan zeggen dat ik naïef ben en mensen snel vertrouw. Maar ik ben geen slecht mens.” De officier reageert meteen. “Niemand zegt dat u een slecht mens bent. Maar we kijken naar uw strafblad.”
Het vonnis
“Het kan best zijn dat u naar Portugal bent gegaan voor uw rijbewijs”, opent de rechter zijn vonnis. “Maar het OM moet bewijzen dat u wist dat u fout zat. Het is niet aan u om uw onschuld te bewijzen. Dat u die gegevens zoveel jaar later niet kunt noemen is voor mij niet overtuigend genoeg.” De rechter vindt dat er een gat zit in de bewijsvoering. “Dat betekent dat ik u vrijspreek.”
*Omwille van privacyredenen is Stephanie een gefingeerde naam. De redactie van Rijnmond kent de ware identiteit van de verdachte.
Dit is een verhaal van Maurice Laparlière voor onze mediapartner Rijnmond.